Het menselijk geluk


Makreel

Het menselijk geluk / Willem Wilmink

De huur betaald. De stoep geschuurd. Een goede visboer in de buurt. Een meid die als ze naast je gaat, loopt te zingen over straat.

Dit gedicht was voor mij ooit reden om af te reizen naar de Javastraat in Enschede, waar Willem Wilmink heel lang woonde. Want daar moest natuurlijk wel een goede visboer in de buurt zijn.

Ik heb die visboer gevonden. En die was inderdaad goed. Ik hoorde later van Herman Finkers dat Willem Wilmink wel vaker hele verhalen begon tegen het meisje dat daar stond, naar aanleiding van een vis die er lag. Bijvoorbeeld over Sint Brandaan. Waarbij zij hem glazig aankeek en hij stug doorging.

Sint Brandaan

Sint Brandaan zou aan mijn visboer wel besteed zijn.

AG in AD

 

Maar hij houdt er mee op. Dit is een tegenslag. Ik zal hem missen. Hoe moet dat nou met mijn geluk?

Laten we zijn menselijk geluk voorop stellen. Hij gaat Jezus achterna. Als een soort apostel. Dat zijn vissers wel vaker. Een apostolobiel heeft hij al:

Apostolobiel

Goede reis AG.