Fokke en Sukke en Jean-Marc en Carl en ik


Dag Carl

Daar loopt hij. De man met het koffer. Carl Hoffman vertrekt weer en gaat terug naar Amerika. Gisteren en eergisteren was hij te gast in het hoofdgebouw van het Instituut voor Verwondering.

Hoffman

Hoffman

Hij vertelde het verhaal van de verdwijning van Michael Rockefeller in 1961 en wat hij daaromtrent ontdekt heeft. Waarover hij zijn boek: Wreed Paradijs heeft geschreven.

Wreed Paradijs

Ik kwam voor het eerst in aanraking met het verhaal doordat ik zo'n 17 jaar geleden gehoord had de deze arme Michael opgegeten was door een Papoea genaamd Peppie.

Hoffman heeft gereconstrueerd dat hij inderdaad zeer waarschijnlijk is vermoord en opgegeten door (onder andere) ene Pep.

Vandaag liep ik met Carl door de stad en zag een Nederlandse cultureel fenomeen. Dat iets verklaart wat hij niet begrijpt. Namelijk waarom Nederlanders moeten lachen als ze mijn eerste versie horen. 

Peppi en Kokki

Carl zal de vraag (die Nederlanders vaker stellen): waar Kokki toen was (ook al zoiets als het om kannibalen gaat), ook nooit begrepen hebben

Een ienimini cultuurclash, vergeleken bij wat Michael de kop gekost heeft.

Ik vind werkelijk geweldig dat we Carls overtocht onafhankelijk van wie dan ook voor elkaar hebben gekregen. En als het aan mij ligt gaan we dit vaker doen. Vaker interessante gasten naar het hoofdgebouwtje halen.

Een van de mensen die er op de twee avonden waren is Jean-Marc. Ik ken Jean-Marc van het basisjaar van de kunstacademie, we zaten bij elkaar in de klas. Hij ging iets anders doen (Nederlands studeren namelijk) en werd later de tekenaar van Fokke en Sukke. In dit huisgemaakte filmpje hoor je wat hij vond van de avond:

Nou hoor je het eens van een ander. Het was echt bijzonder.